Nog een tipje? Goed, we doen nog een tipje. Een stukje uit een hoofdstuk! Daar gaan we.
Lynn gilde het uit toen Vincent haar optilde en met zijn voet de deur openduwde.
‘Idioot,’ gierde Lynn. ‘Dat doe je alleen als je net getrouwd bent.’
‘Boeit het,’ grijnsde Vincent. Hij stapte behoedzaam over de drempel zodat ze haar hoofd niet zou stoten. ‘Zie je, we kunnen samen prima door een deur.’
In één beweging liep hij door naar de keuken en plantte haar op het aanrecht. Lynn greep de rand vast terwijl ze giechelend naar achteren schoof. Met bungelende benen keek ze toe hoe Vincent uit een kastje naast haar hoofd twee plastic wijnglazen haalde. Hij liet zijn wenkbrauwen opgewekt wiebelen en trok de koelkast open. In de deur stond een donkere fles met een vrolijk etiket.
‘Jip en Janneke-bubbels,’ liet hij haar zien. ‘Kan ik je straks nog thuisbrengen.’
‘Brave jongen,’ lachte ze. Vincent pulkte het cellofaan van de kurk en wrikte die wat heen en weer.
Met een plop schoot het ding tegen het plafond en een stukje van het stucwerk dwarrelde naar beneden. Lynn slaakte opnieuw een gilletje.
‘Likje verf erover en klaar,’ lachte Vincent. Hij schonk de glazen vol, die prompt overliepen, wat Lynn weer een giechel ontlokte.
‘Proost!’ Een doffe tik toen de glazen elkaar raakten. Ze dronken een slok en gaven elkaar een kus. Lynn zette haar glas neer, hopte van het aanrecht af en draaide met wijd uitgestoken armen rondjes door de keuken en woonkamer.
‘Dit is nu allemaal van ons!’ riep ze.
‘Hoho, en van de bank, en van jouw ouders. En ook een beetje van de mijne.’
Bij die laatste zin hield Lynn op met draaien en liep met een weemoedige glimlach naar hem toe.
‘Je ouders zouden apetrots op je zijn geweest,’ zei ze. Ze gaf hem een kus en pakte haar glas weer van het aanrecht. Ze tikte ermee tegen het zijne en zei met zachte stem:
‘Op hen en ons allemaal.’
Vincent knikte en slikte iets weg voor hij een slok nam.
De weekenden en avonden erna werd er gezaagd, geboord en getimmerd. Na een paar weken waren ze zover dat er geschuurd en geschilderd kon worden, een klus die Vincent op zich nam, omdat hij al in de buurt woonde.
Op een zo’n avond legde hij tegen middernacht de verfroller neer en keek tevreden naar het vers gewitte plafond in de woonkamer. Het stak nu flink af tegen de okergeel doorrookte muren.
Hij checkte de tijd op zijn mobiel en besloot dat het welletjes was geweest. Tijd voor een peuk, en dan naar huis om te douchen en te gaan slapen. Hij herinnerde zich zijn afspraak met Lynn, tikte een sigaret uit het pakje dat in de vensterbank lag, viste een aansteker uit zijn broekzak en liep naar buiten voor hij hem aanstak. Tegen de buitenmuur lagen wat zakken tuingrond met een kruiwagen ernaast. Het stapeltje was precies hoog genoeg om comfortabel op te zitten. Daar blies hij de rook langzaam uit en vulde zijn longen met de koele, rustige buitenlucht.
Hij draaide zich om en bekeek het huis dat nu van hem en Lynn was. En van de bank, en van hun ouders. Hij glimlachte bij die gedachte. Het voelde als een nieuw begin, of eerder het begin van een heel nieuw leven.
Hij was zeventien toen zijn ouders verongelukten, drie weken nadat hij aan het examenjaar van de havo was begonnen. Die zomer was het de eerste keer dat ze zonder hem op vakantie waren gegaan. Op een bergweggetje hadden ze een bocht verkeerd ingeschat, precies toen een tegemoetkomende vrachtwagen diezelfde bocht iets te ruim nam. Het had dagen geduurd voordat het wrak van hun auto met zijn ouders er nog in uit het ravijn was getakeld. De enige troost was dat ze waarschijnlijk op slag dood waren geweest.
Zijn wereld stond op zijn kop. Met hulp van zijn oom en tante was het hem gelukt om met een jaar vertraging zijn havodiploma te halen. Vrij snel daarna vond hij een baantje als bijrijder van de bezorgdienst van een onderdelenhandel, haalde zijn rijbewijs en wist zich binnen twee jaar op te werken tot teamleider.
Lynn was de receptioniste op een van zijn vaste bezorgadressen. Op een vrije dag leende hij een net pak van zijn oom, kocht een rode roos en liep op de balie af.
‘Hé,’ keek ze verrast op. ‘Jij ziet er chic uit.’
Zijn grijns was iets te breed en het zweet stond op zijn voorhoofd terwijl hij de regels uitsprak die hij daarnet nog in zijn auto had zitten repeteren.
‘Lieve Lynn, wil je met me uit?’
Lynn giechelde, wat hem toen nog van zijn stuk bracht. Nu wist hij dat ze dat vaak deed als ze zich op haar gemak voelde, en een warm gevoel golfde door hem heen toen hij aan dat moment terugdacht.
‘Ja graag!’ Ze lachte, pakte de roos aan en rook er even aan. ‘Dankjewel.’
Daarna was het eigenlijk vanzelf gegaan. Elk weekend waren ze bij elkaar, en na vier maanden had hij haar officieel om verkering gevraagd. Een half jaar later hadden ze voor het eerst over samenwonen gesproken, en nu was het eindelijk zover. Lynn had een nieuwe baan gevonden in Roosendaal, Vincent had het huis gevonden.
Het voelde of zijn leven nu pas echt begon. Hij hoefde niet meer te knokken om overeind te blijven, want samen met Lynn kon hij de hele wereld aan.
Intussen was zijn sigaret op. Hij stond op en trapte de peuk uit terwijl hij recht tegenover de muur ging staan. Hij sloot zijn ogen en legde zijn handen tegen de bakstenen, alsof hij dit moment met al zijn zintuigen in zich op wilde nemen.
Juist toen hij zijn ogen weer wilde openen, werd hij hard in zijn rug gestompt. Verbaasd wilde hij zich omdraaien, en toen hij dat deed trok er een stekende pijn door zijn hele lichaam. Ter hoogte van zijn tepel glinsterde iets in het licht van de straatlantaarn. Wat gek, dacht hij, hoe komt dat daar? Pas toen hij omlaag keek, besefte hij dat het de punt van een mes was. Of een zwaard. In elk geval een scherp metalen voorwerp dat zijn lichaam had doorboord. Zijn brein kwam tot de conclusie dat het geen stomp was geweest, maar dat iemand dat wapen in hem had gestoken toen hij met dichte ogen tegen de muur had gestaan.
Ergens in zijn hersenen werd een poging gedaan om een vraag te formuleren. Iets over wie dat mes of ding dan in zijn rug had gestoken. Maar de bloedtoevoer was te erg verstoord om dat denkproces af te maken.
Het laatste dat zijn brein registreerde was dat het wapen weer uit hem werd getrokken, waarna hij als een lappenpop in zijn eigen kruiwagen viel.
'Rancune' is nu te koop bij Primera Halsteren, Primera Zonneplein, VVV Brabantsewal en Boekhandel Quist, en natuurlijk via deze site!
Comments